voor de f. Speel de zwarte toets die rechts van de f zit. Je kunt de eerste drie regels net zo vaak spelen als je wilt, tot je de hele familie shark hebt gespeeld. Speel dit liedje lekker snel, dan klinkt het nog vrolijker. In het derde level vind je een uitgebreidere versie van het liedje.
Dit Japanse volksliedje gaat over de kersenbloesem. De open noten duren steeds wat langer dan de dichte noten. Soms zie je een nootje onder de notenbalk met een streepje erboven. Dat streepje noemen we een hulplijntje. In dit geval moet je een lage b-toets spelen.
Dit liedje bestaat uit twee delen die je heel vaak kunt herhalen. Het is niet heel erg moeilijk, maar...... het moet wel lekker vlug! Probeer het voor alle zekerheid eerst een paar keer wat langzamer dan het hoort. Dat is vaak een goede manier om een liedje in te studeren.
Je kunt het tweede en vierde boogje ook met je ringvinger beginnen. Sommige kinderen vinden het makkelijker om de laatste twee regels met een pink te beginnen. Je kunt je vingers dan precies boven de 5 toetsen houden die je voor die regels nogig hebt. Zie maar wat je het makkelijkst vindt!
Nu met videovoorbeeld
In dit liedje liggen de toetsen meetal dicht bij elkaar. De vingerzetting is zo gekozen dat je niet al te vaak met je pink hoeft te spelen. Je moet dan wel je vingers een beetje spreiden om goed bij de toetsen te kunnen. Bij de laatste twee regels van het eerste blad moet je je hele hand verplaatsen.
In de tweede regel van het tweede blad moet je met je aan het eind met je wijsvinger over je duim stappen. In de laatste regel moet je dat nog een keer doen. Probeer in de voorlaatste regel je hand tussen de groepjes te verplaatsen zonder je hand te draaien.
VoorbeeldDe vingerzettng in dit liedje is zo gekozen dat je je vingers niet te vaak hoeft te spreiden binnen een boogje. Let vooral in de laatste regel goed op de vingerzetting, dan past het precies! De voorlaatste regel begint met een dubbele streep met puntjes. Helemaal aan het eind staat weer een dubbele streep, maar nu met de puntjes aan de andere kant. Dit betekent dat je de laatste twee regels meteen nog een keer moet spelen.
Dit is een behoorlijk moeilijk liedje van het tweede level. De noten staan hoog op de notenbalk en je moet je vingers vaak een beetje spreiden. En het is best een lang liedje! Het tweede boogje in de tweede regel kun je ook met je ringvinger beginnen, je hoeft dan niet 'over te stappen'.
Dit is een behoorlijk lang liedje met veel verschillende groepjes. Als je goed op de vingerzetting let, is het liedje minder moeilijk dan je zou denken. Let bijvoorbeeld goed op mij het begin van het tweede en derde groepje in de derde regel. Met deze vingerwisseling komt het precies goed uit! In het laatste groepje kun je je hand wat 'kleiner' maken.
Dit liedje uit Engeland is al honderden jaren oud! Je moet je hand een paar keer verplaasten, maar de groepjes waarin je speelt zijn meestal niet zo groot, behalve bij de derde regel. Speel de twee a's met precies de vingers die erbij staan, dan kom je geen vingers tekort aan het eind van de regel.
Je ziet dat de eerste twee regels bijna hetzelfde zijn als de derde en vierde regel. In de laatste regel staat een kruis voor de f. Dat betekent dat je niet de f moet spelen, maar de zwarte toets rechts ervan. We noemen die toets een fis. Als je vingers gebruikt die erbij staan is dat helemaal niet moeilijk!
Je moet je hand vaak verplaatsen in dit liedje. In de laatste regel speel je een hele toonladder: je begint op de hoge c en je eindigt op de lage c! Speel eerst door tot je duim en stap dan met je middelvinger over je duim heen. Je komt dan precies goed uit.!
Het refrein van dit liedje is veel makkelijker dan dit couplet. Je moet je hand bij bijna elk groepje verplaatsen. In het begin van de derde regel moet je twee keer de g spelen. Voor veel kinderen is het handig om de tweede g met een andere vinger te spelen dan de eerste g. Je wisselt dan van je wijsvinger naar je ringvinger. In de tweede helft van de derde regel begint een herhaling, ook al is niet alles precies hetzelfde.
Je kunt dit liedje ook met je middelvinger beginnen, maar dan moet je je vingers wat meer spreiden. De eerste en derde regel zijn hetzelfde, gebruik steeds dezelfde vingerzetting. De tweede en vierde regel lijken erg op elkaar. Alleen het slot is anders.
Dit is het begin van dit beroemde liedje. Je kunt het helemaal op witte toetsen spelen. De dubbele streep met puntjes aan het eind betekent dat je het liedje meteen nog een keer kunt spelen. De vingerzetting is zo gekozen dat je lekker hard kunt spelen!
In de eerste twee regels moet je bij elk boogje je hand steeds verplaatsen, waardoor dit liedje moeilijker is dan het lijkt. Begin de derde en vierde regel met een wat langere noot, en speel daarna steeds twee noten vlak na elkaar, precies zoals je het zingt. In het filmpje hoor je eerst het inleidende deel van het liedje. Na ongeveer een halve minuut begint het koor te zingen.
Er zijn meerdere vingerzettingen mogelijk voor dit liedje. Het is wel een goed idee om steeds dezelfde vingerzetting te gebruiken, dat scheelt je heel veel tijd bij het oefenen. De noten van de tweede regel vormen één groot groepje, maar misschien vind jij het makkelijker om het groepje toch in twee gedeeltes te verdelen. Twee kleine groepjes zijn vaak makkelijker in te studeren dan één gtoot groepje. Hetzelfde geldt natuurlijk voor de vierde regel. Je kunt beide regels ook met je duim beginnen. Aan het eind moet je dan met je wijsvinger over je duim stappen.
Dit liedje bestaat uit veel korte groepjes. Je moet je hand vaak verplaatsen om binnen het groepje vlug te kunnen doorspelen. Vooral in de derde regel zitten een paar heel vlugge noten! Bij de laatste noot, de g, moet je met je wijsvinger over je duim heen stappen.
Dit is een behoorlijk moeilijk liedje om op een piano te spelen. In het begin van de tweede regel staat een teken voor de b. Dat betekent dat je daar niet de b moet spelen, maar de zwarte toets links ervan. In de vierde regel komt diezelfde zwarte toets nog een keer voor. Aan het eind van de tweede regel moet je je hand eerst 'klein maken' door de a met je ringvinger te spelen. Meteen daarna moet je je hand juist weer 'groot maken' zodat je met je duim de lage c kan spelen. In de derde regel kun je dit nog een keer gebruiken. Het klinkt erg leuk als je de laatste twee regels een paar keer herhaalt.
De drie boogjes in de eerste regel zien er veel ruimer uit dan de eerste drie boogjes van de derde regel. Maar voor het spelen maakt dat niet uit. Speel ze even vlug.
Als je de vingerzetting gebruikt die er bij staat, kun je precies bij de 6 toetsen die je voor dit liedje nodig hebt. Op het filmpje wordt een wat andere tekst gezongen dan de woorden bij de noten. Maar dat maakt voor het spelen van het liedje niet uit.
Voor dit liedje heb gebruik je weer 5 toetsen. Je kunt verschillende vingerzettingen uitproberen. Kies een vingerzetting die jij prettig vindt en gebruik steeds diezelfde vingerzetting. Het is van oorsprong een begrafenisliedje. Maar wel een vlug en vrolijk!
Voor dit liedje heb je maar drie toetsen nodig. Gebruik alleen je duim, wijsvinger en middelvinger. Maar je kunt ook met je wijsvinger, middelvinger en ringvinger spelen. Kies maar wat jij het prettigst vindt en probeer het liedje net zo te spelen als je het zingt.
Bij dit liedje gebruik je maar vier toetsen. Het is handig om daar steeds dezelfde vingers voor te gebruiken. Je ziet veel korte boogjes. Je moet steeds de twee noten van een boogje meteen na elkaar spelen.
In deze versie van de beroemde Can Can van Jaques Offenbach duurt de eerste g behoorlijk lang. Je kunt deze g ook twee keer spelen. Elke g duurt dan wat korter. Met de vingerzetting die erbij staat kun je het liedje lekker vlug spelen. De bedoeling is heel vlug, maar zonder je te haasten. Aan het eind van de tweede regel speel je een rijtje noten naar beneden. Dit rijtje is een toonladder. In deze toonladder zie je een tekentje voor de f staan. Dat betekent dat je niet de f moet spelen, maar de zwarte toets rechts er van. Met de vingerzetting die er bij staat kom je precies met je duim op de g uit in het begin van de derde regel. Je kunt dan meteen doorspelen met het liedje. Deze tweede helft lijkt erg op de eerst helft. Alleen het einde is anders.
Misschien kun je dit liedje al spelen, maar zó ziet het er in noten uit. In noten kun je heel snel zien dat elk groepje twee keer wordt gespeeld. Probeer de derde regel met je ringvinger te beginnen. Dat is wel moeilijk omdat je dan met je moeilijke ringvinger en pink snel na elkaar moet spelen. Maar als je het kunt, gaat het wel supervlug!
Je kunt dit liedje het best per regel oefenen. In de derde regel moet je een paar 'overstapjes' maken met je duim en wijsvinger. Misschien vind je het makkelijker om de laatste regel met je ringvinger te beginnen. Dat is vooral handig als je lekker hard wilt spelen!
De groepjes wisselen nogal in dit liedje. Het tweede groepje is het moeilijkst. Misschien vind jij het makkelijker om met je ringvinger te beginnen. Sommige mensen zingen als voorlaatste noot een g, en niet een d. Kies maar welke je het beste vindt.
Voor het refrein van dit liedje beb je precies 5 toetsen nodig. Je ziet dat de groepjes heel erg op elkaar lijken. De verschillen in de groepjes ontstaan door kleine verschillen in de tekst. Daardoor moet je soms een extra g spelen. In een volgend level kun je het liedje met twee handen spelen. Je ziet dan dat je met je linkerhand niet steeds dezelfde akkoorden speelt bij de groepjes.
Als je goed kijkt zie je dat het begin van de eerste en tweede regel erg op elkaar lijken. De tweede regel begint precies een toets lager dan de eerst regel. Veel kinderen vinden het makkelijker om het laatste boogje van de tweede regel te beginnen met hun wijsvinger. En natuurlijk heb je gezien dat de derde en vierde regel precies hetzelfde zijn als de eerste en tweede regel. In veel muziekstukken worden gedeeltes vaker gespeeld of gezongen.
Je kunt dit liedje het best per regel oefenen. Als je de vingerzetting gebruikt die erbij staat, hoef je je hand verder in die regel niet meer te verplaatsen. In de derde en vierde regel staat voor elke f een hekje. In muziektaal heet dat teken een kruis. Speel daar steeds de zwarte toets die rechts van de f zit. In dit liedje kun je deze zwarte toets het best met je middelvinger spelen.
Dit liedje is behoorlijk lastig omdat het uit heel veel verschillende groepjes bestaat. Er staat niet steeds een vingerzetting bij. Schrijf zelf een cijfer bij een noot als je vindt dat díe vinger daar het makkelijkst is. Bijvoorbeeld bij de a in de vierde, vijfde en zesde regel. Probeer zo veel mogelijk dezelfde vingerzetting te gebuiken.
Oefen dit liedje goed zodat je het lekker vlug kan spelen. En hard, want dat is ook wel handig als iedereen meezingt! De laatste noot van het eerste groepje (de noot met al die hulplijntjes) is de lage g. Als je de a in de tweede regel met je pink speelt, kun je precies een 'trappetje naar beneden' spelen. Aan het eind maak je met je wijsvinger een overstapje over je duim.
Dit liedje ken je misschien wel in twee talen, in het Nederlans en in het Engels. De noten in dit liedje horen bij de Engelse versie. In het Nederlands moet je de a in de eerste regel wat vaker spelen. Tel de lettergrepen maar. Wat zul-len we doen met de dron-ken zee-man (11) of What shall we do with the drun-ken sai-lor (10). Je kunt het liedje ook met je ringvinger beginnen. Misschien wel zo makkelijk. Speel dan de laatste twee noten met je wijvinger en ringvinger. In de laatste regel moet je even met je wijsvinger over je duim heen stappen. In de video verzinnen ze eerst van alles. Het lijkt al op het liedje maar is toch anders!
Je hebt in dit liedje een paar keer een zwarte toets nodig. Voor elke noot staat een tekentje, een mol. Dat betekent dat je niet de gewone b-toets moet spelen, maar de zwarte toets die er links vlak naast zit. We noemen deze toets een bes. De vingerzetting van dit vrolijk en vlugge liedje is behoorlijk moeilijk. Misschien vind jij het makkelijker om het eerst groepje met 1-3-5 te spelen. Kies vooral wat jij het prettigst vindt. In het tweede groepje moet je met je wijsvinger over je duim stappen. En dat moet ook nog eens lekker vlug. Succes!!
In dit liedje zitten alle toetsen tussen de c en de g, maar...... er zit een zwarte toets in. Voor de tweede noot staat een hekje, in muziektaal noemen we dat een kruis. Het kruis staat vlak voor de d. Je moet dan niet de d spelen, maar in plaats daarvan de zwarte toets rechts van die d. Je kunt deze toets het best met je wijsvinger spelen. Het derde groepje bestaat uit allemaal g-noten, en het vierde groepje uit allemaal f-noten. Het maakt niet veel uit welke vinger je daarvoor gebruikt. Als je ze maar lekker hard kunt spelen! De opname is misschien niet zo heel goed, maar wel heel erg vrolijk!!
Dit liedje is afkkomstig uit de Negende Symfonie van Ludwig van Beethoven. Het stuk werd zó beroemd dat het tegenwoordig het Europese volkslied is! Je kunt dit liedje het best per regel oefenen. Bijna alle toetsen liggen vlak naast elkaar, je moet alleen een keer naar de lage g. Maar als je je hand een beetje uitrekt kun je daar wel bij. De f en de d midden in de vierde regel moet je wat vlugger spelen, wat best lastig is!
Dit is een behoorlijk moeilijk liedje! Luister eerst heel vaak hoe het wordt gezongen door Mr. Probz. In de eerste regels worden steeds dezelfde 5 toetsen gebruikt. Aan het eind van de vierde regel moet je een toets opschuiven, met je pink naar de a. In de vijfde regel verplaats je je hand weer terug naar het eerste groepje.
Je hebt voor dit liedje precies 5 toetsen nodig. Als het het slim aanpakt hoef je je hand dus niet te verplaatsen. De eerste twee noten van elk groepje moet je wat vlugger spelen dan de noten die erna komen. Soms is dat best lastig, omdat je bij de eerste noten vaak wat meer moet nadenken, terwijl de volgende drie meestal wat makkelijker zijn. Die makkelijke noten moet je dus juist langzaam spelen. Luister maar hoe Emilia het zingt.
Een heel oud synthesizerliedje. Het was de openingsmelodie van de TV-serie 'Beverly Hills Cop'. Oefen de melodie regel per regel. Het is behoorlijk moeilijk om precies in het goede ritme te spelen want het gaat erg vlug!