Je kunt in het tweede groepje van de derde regel ook je wijsvinger voor de g gebruiken, maar dan moet je daarna wat vaker 'overstappen'.
De eerste drie regels van dit liedje lijken heel erg op elkaar. De laatste noot van die regels (door het tweede hulplijntje) is de lage a.Let op bij het eerste groepje van de laatste regel: sla bij de !! een toets over tussen je middelvinger en je ringvinger, ook al voelt dat best wat eng aan.
In dit liedje komt geen f voor. Voor elke f staat een kruis waardoor dat steeds een fis wordt. Je kunt het eerste groepje met je mmiddelvinger beginnen, of met je ringvinger. In dat laatste geval moet je ook vaake je pink gebruiken, wat veel kinderen wat moeilijk vinden. De vingerzetting die er bij staat is misschien wat makkelijker. Dit geldt voor alle groepjes die erg op het eerste groepje lijken.
Aan het einde van de tweede regel speel de je b-d-fis alle drie tegelijk! Gebruik dezelfde vingers die je daarvoor gebruikte voor die toetsen.
Let goed op de vingerzetting in het laatste boogje van de derde en vierde regel.
Speel eerste de eerste twee regels. Dan nog eens de eerste twee regels. Speel dan de derde en vierde regel. Als laatste speel de je eerste twee regels nog een keer.
Je kunt dit liedje spelen met een rustige hand, maar dan moet je wel vaak je ringvinger en pink gebruiken. En dat is vaak best lastig. Je kunt het ook met makkelijke vingers proberen, maar dan moet je je hand weer vaker verplaatsen. Veel plezier!!
De vingerzetting is steeds zo gekozen dat je met de makkelijkste vingers toch bij alle toetsen van het hele boogje kan. Er worden heel wat noten met hulplijntjes in dit liedje gebruikt, klik voor uitleg op de link. Aan het eind moet je steeds de fis spelen in plaats van de f.
In de eerste drie boogjes moet je steeds een bes spelen. Verder in het liedje gebruik je alleen nog de gewone b. Het is handig om het vierde boogje met een wijsvinger te beginnen. Je hand staat dan voor het hele liedje klaar in het groepje g a b c d. Je hoeft je hand dan niet meer te verplaatsen.
De vingerzetting in dit liedje is zo gekozen dat je je pink niet hoeft te gebruiken. In het laatste boogje moet je dan wel even over je duim stappen met je wijsvinger. Let op: in dit liedje moet je soms een cis spelen, en soms een gewone c. Als er geen kruis voor een noot staat, moet je de gewone c spelen!
Ook in dit liedje kun je weer een heleboel verschillende vingerzettingen gebruiken. Met deze vingerzetting kun je je vingers vaak 'op volgorde' houden, zodat je je vingers niet steeds hoeft te spreiden. De voorlaatste regel kun je ook met je wijsvinger beginnen. Aan het eind van het eerste groepje van die regel moet je met je wijsvinger over je duim stappen. Kinderen met wat grotere handen kunnen de e van dat groepje ook met hun wijsvinger spelen. Zie maar wat je het makkelijkst vindt.